
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m -9) totdat het gewenste teken wordt
weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd
voor het invoeren van tekst. Druk op 0 om een spatie in te voeren. De meest
gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder toets 1.
Als u normale tekstinvoer wilt inschakelen, selecteert u Opties >
Voorspellingsinst. >Voorspelling > Uit.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt die u
hebt ingedrukt, wacht u tot de cursor verschijnt.